HULPMIDDELEN

Amper een uur nadat je hebt gerookt, is het nicotinegehalte in je bloed al gehalveerd en reageren je hersenen hierop en creëren een ongemakkelijk gevoel: je kan je moeilijker concentreren, je wordt prikkelbaar,… Je krijgt zin in een nieuwe sigaret omdat je de onaangename symptomen wilt verzachten. Je lichaam komt iets te kort en gaat hierop reageren. Dit zijn ontwenningsverschijnselen.
Hulpmiddelen kan je zien als een pijnstiller bij hoofdpijn. Je hebt 2 keuzes of je ligt de hele dag ziek in bed zonder pijnstiller, of je neemt wel een pil en je komt de dag door.
Door hulpmiddelen te gebruiken tijdens je rookstop heb je veel minder last van ontwenningsverschijnselen en hierdoor heb je je hoofd vrij om aan de slag te gaan om die gewoonte af te leren. Het is natuurlijk een vrije keuze of je hiervan gebruik wenst te maken. De tabakoloog kan je advies geven en ook informeren over het correct gebruik. Op de eerste plaats staan de hulpmiddelen waar nicotine in zit zoals nicotinepleisters, -kauwgom, -muntjes, inhaler of een spray. Ook medicatie is een optie, hiervoor is wel een voorschrift van de huisarts nodig.